De Amerikaanse beurzen zijn woensdag na het rentebesluit van de Federal Reserve in de min gesloten. De Amerikaanse centrale bank hield het belangrijkste rentetarief onveranderd en wees op de recente zwakke groei van de Amerikaanse economie. De beslissing van de Fed zorgde kortstondig voor opluchting onder beleggers, maar het bleek niet afdoende om rode koersborden te voorkomen.

De Dow-Jonesindex sloot uiteindelijk 0,4 procent lager op 18.035,53 punten. De S&P 500 noteerde een min van 0,4 procent tot 2106,85 punten en de technologiebeurs Nasdaq zakte 0,6 procent tot 5023,64 punten.

De Fed hield zoals verwacht de rente op het historisch lage niveau van 0 tot 0,25 procent. Over een eventuele renteverhoging in juni liet de Fed zich niet uit, maar deze werd evenmin uitgesloten. Voorbeurs bleek dat de groei van de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal stevig is afgezwakt. De groei van 0,2 procent op jaarbasis van ’s werelds grootste economie was daarbij veel beperkter dan verwacht.

Klap voor Twitter

Twitter verloor bijna 9 procent aan beurswaarde. Het bedrijf maakte dinsdag bekend dat het er vorig kwartaal, ondanks investeringen, niet in is geslaagd om het aantal maandelijks actieve gebruikers sneller te laten groeien dan in de laatste drie maanden van 2014.

Softwarebedrijf Salesforce.com was een van de opvallendste stijgers met een plus van ruim 5 procent. Het heeft volgens ingewijden de hulp van banken ingeroepen nu bekend is dat meerdere bedrijven azen op het softwareconcern.

Minnen voor Time Warner en Fiat Chrysler

Time Warner verloor 0,3 procent na de presentatie van kwartaalresultaten die de gemiddelde verwachting van analisten overtroffen. Het mediaconcern profiteerde onder meer van sterkere advertentieopbrengsten rond sportwedstrijden en van het succes van de oorlogsfilm American Sniper.

Fiat Chrysler leverde 5,5 procent aan beurswaarde in. De automaker wist het eerste kwartaal winst te maken, waar een jaar eerder nog een verlies werd geleden. Het fusiebedrijf, dat in euro's rapporteert, profiteerde van hogere verkopen in Noord-Amerika die nog eens werden versterkt door de waardestijging van de dollar.

De euro was 1,1111 dollar waard, tegen 1,1146 dollar bij het slot van de Europese beurshandel op woensdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 2,5 procent naar 58,51 dollar. Brentolie werd 1,5 procent duurder op 65,58 dollar per vat.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl